Eiwitten vallen onder de macronutriënten samen met koolhydraten en vetten en zijn alle drie onmisbaar voor je lichaam. Eiwitten bestaan uit aminozuren. Er zijn negen essentiële aminozuren. Dit wil zeggen dat je lichaam deze niet zelf kan aanmaken en ze dus uit de voeding moet halen om optimaal te kunnen functioneren. In deze blog ga ik verder in op wat eiwitten zijn, waar je ze in terug kan vinden en vooral wat het verschil is tussen dierlijke en plantaardige eiwitten.
Wat zijn eiwitten?
Eiwitten zijn belangrijk voor de groei en stevigheid van het lichaam. Ze zijn nodig voor de spier- en botopbouw. Ook spelen diverse eiwitten een rol als neurotransmitter (een boodschapperstof in de hersenen) en ze zijn van belang bij veel processen in ons lichaam als enzym. Enzymen zijn stoffen die een rol spelen bij de stofwisseling.
Wat zijn goede eiwitbronnen?
Eiwitten zitten in zowel dierlijke als plantaardige voedingsmiddelen.
Dierlijke eiwitbronnen
- Vlees en gevogelte
- Melkproducten zoals yoghurt
- Vis
- Kaas
- Eieren
Plantaardige eiwitbronnen
- Peulvruchten zoals linzen, erwten en bonen
- Granen zoals havermout en quinoa
- Noten en zaden
- Tofu en tempeh
- Avocado
Dierlijke vs. plantaardige eiwitten
Wat is nu het verschil tussen dierlijke en plantaardige eiwitten? Wat zijn de voordelen en waar kun je het beste voor kiezen?
Kwaliteit van de eiwitten
Dierlijke eiwitten bevatten over het algemeen meer essentiële aminozuren dan plantaardige eiwitten. Hoe meer essentiële aminozuren aanwezig zijn in de juiste verhoudingen, hoe volwaardiger het voedingsmiddel en hoe beter dit is voor ons lichaam. Plantaardige eiwitten bevatten vaak een onvolledig eiwitprofiel waardoor ze minder ‘volwaardig’ zijn dan dierlijke eiwitten. Het is daarom voor vegetariërs en veganisten nog belangrijker om goed te variëren. Door variatie kun je namelijk wel een compleet eiwitprofiel creëren. Vul peulvruchten bijvoorbeeld aan met granen en je zit goed.
Vet in dierlijke eiwitbronnen
Vroeger was de kwaliteit van vlees en vis beter dan dat dat nu is. De dieren liepen vrij rond, konden zelf bepalen wat ze aten en werden niet zo vetgemest zoals nu. Tegenwoordig krijgen dieren minder kwalitatief voer en worden ze in kleine stallen gehouden. Vis is vaak vervuild en daarnaast wordt het vlees wat in de supermarkt ligt verder bewerkt dan vroeger waardoor de kwaliteit van het eiwit is gedaald en in plaats daarvan meer verzadigde vetten bevat. Door verzadigde vetten neemt de LDL-cholesterol toe wat de kans op hart- en vaatziekten verhoogd. Plantaardige voedingsmiddelen bevatten weinig tot geen vet en daarentegen zitten ze vol met andere goede voedingsstoffen.
Vertering in ons lichaam
Bij de vertering van voedsel is vezels en water van groot belang. Eiwitten worden in de lever en nieren verteerd en hier komen afvalstoffen bij vrij. Dit geldt voor zowel dierlijke als plantaardige eiwitten. Afvalstoffen hebben geen positieve invloed op je lichaam dus je wil niet dat ze lang in je bloedbaan blijven rondcirculeren. Je wil ze zo snel mogelijk je lichaam uit hebben voor ze schade gaan aanrichten. Vezels en water helpen hierbij. Plantaardige producten bevatten dit wel en dierlijke producten niet of nauwelijks. De vertering van dierlijke producten duurt daarom een stuk langer dan plantaardige producten waardoor dit veel langer in je lichaam blijft plakken. Plantaardige producten hebben wat betreft vertering daarom de voorkeur.
Wat is de beste verhouding?
Op basis van bovenstaande redenen raadt het voedingscentrum de verhouding ⅓ dierlijke eiwitten tov ⅔ plantaardige eiwitten aan. Dierlijke eiwitten zijn niet noodzakelijk dus als je volledige vegetarisch of veganistisch eet kun je ook aan voldoende eiwitten komen. Variatie is hierin dus wel erg belangrijk om een zo volwaardig mogelijk eiwitprofiel te creëren.